Klant aan het woord: Van Aarsen
21 juni 2021
Machinebouwer Van Aarsen is gevestigd in het mooie Limburg, waar de mensen naar eigen zeggen net wat meer relaxed zijn dan in het midden van het land. Toch zegt dit niets over de imposante staat van dienst: Van Aarsen is ruim 70 jaar jong en nog steeds continu in ontwikkeling. Hoe doen ze dat toch?
Complexe machines of complete fabrieken voor de duurzame productie van veevoer? Dan moet je bij Van Aarsen zijn. De machinebouwer levert wereldwijd installaties voor koeien-, varkens-, kippen- en zelfs visvoer. Vooral in de afgelopen 20 jaar investeerde het bedrijf flink in innovatie. Hun portofolio levert nu dan ook installaties voor de productie van 50 tot 100 ton veevoer per uur. John Vluggen, teamleider van de afdeling Electrical engineering en Bart Raemakers, project engineer op deze afdeling, weten er alles van. John: ‘Onze afdeling is steeds beter in staat om configure to order (CTO) te werken en we richten ons steeds meer op R&D werkzaamheden.’.
Integrale aanpak en CTO
Veel organisaties spreken de wens uit van configure to order, maar hoe slaag je daarin? John: ‘Op de afdeling kan maar 30% van de projectkeuzes gemaakt worden. De overige keuzes zijn afhankelijkheden van andere afdelingen die vastgelegd zijn in systemen. Dit soort automatisering van het ontwerpproces kun je niet vanaf één afdeling doen. Dat moet je integraal aanpakken.’ Bij Van Aarsen wordt daarom voor een gedeelte van de machines CTO toegepast. Ook maatwerk blijft belangrijk. Bart: ‘Regelmatig kopen we gedeelten van lijnen extern in die wij voorzien van de besturing, maar om te komen tot een goede integrale aanpak hebben we wel eerst een organisatiescan gemaakt. Dit wordt een maturiteitsmodel genoemd.’
.
Denken in bouwstenen als filosofie
Uit de organisatiescan kwamen veel interessante inzichten. Maar volgens John is de bijdrage van de directeur van de organisatie nog wel het belangrijkst. John: ‘Hij is met zijn 73 jaar nog steeds erg jong van geest en denkt in structuren en objecten, ook wel bouwstenen genoemd. Door het belang van dit denken in objecten steeds op alle afdelingen te benoemen, is het een bedrijfsbrede filosofie geworden.’
.
Intelligente P&ID
De afdeling Electrical engineering en Industrial Automation houdt zich bezig met het gehele proces. Bij de aanvraag van offertes wordt eerst een prijs bepaald. Vervolgens worden aan de hand van de informatie van de mechatronische project engineer de elektrische installatie en PLC-besturing bepaald. Dit maakt inzichtelijk hoe de installatie eruit gaat zien. Een belangrijke bron van informatie is daarbij de intelligente P&ID. Bart: ‘Deze P&ID met gegevens, zoals tag-benamingen, productgroepen en motorgegevens, wordt ten behoeve van het multidisciplinaire karakter eerst in het ERP systeem geladen. Dit systeem omvat de complete lijst van materialen van alle onderdelen die nodig zijn om een installatie te bouwen. Ook hier wordt gewerkt op basis van vooraf gedefinieerde standaarden. Dit kostte veel energie, maar werpt zeker zijn vruchten af. De kwaliteit is geborgd en de doorlooptijd verkort.’
.
Controleren en signaleren
Een standaardisatietraject is een traject van de lange adem, met vallen en opstaan. Bart: ‘We hebben veel geleerd van voorgaande trajecten. Het is belangrijk om bij de automatsering van het werkproces steeds met elkaar te kijken naar oplossingen. Wanneer je eigenwijs je eigen kant op gaat, of je hakken in het zand zet, dan stagneert het proces.’ De relevante besturingstechnische gegevens worden vervolgens vanuit ERP gesynchroniseerd met Typical Manager, waar de configuratie gecontroleerd wordt om afwijkingen van de Van Aarsen Standaard te signaleren. John: ‘Deze extra controle wordt gedaan om verassingen tussen de disciplines (mechanisch, elektrisch en PLC-automatisering) te voorkomen bij de inbedrijfstelling. Ook wordt binnen Typical Manager de juiste I/O configuratie gemaakt en beheerd, zodat de externe paneelbouwer betrouwbare gegevens ontvangt die afgestemd is op de PLC-besturing.’.
.
Standaardiseren, beheren en monitoren
Om op efficiënte manier goede ontwerpen te maken is het dus belangrijk om met standaarden te werken. Daarnaast is het ook belangrijk de productdata van inkoopdelen goed te beheren en te monitoren. John: ‘Het is voor ons belangrijk dat van alle producten die wij inkopen de technische gegevens centraal zijn vastgelegd. We hebben deze gegevens namelijk nodig om (deels geautomatiseerd) te engineeren. Dat geldt voor de technische gegevens van alle disciplines, bijvoorbeeld mechanische en elektrisch.’
.
Gestructureerde aanpak bevorderen
John kreeg bij zijn komst bij Van Aarsen de opdracht om het artikelbeheer (alle fysieke producten heten bij Van Aarsen een artikel) sterk te verbeteren. Producten en samenstellingen van producten mogen bijvoorbeeld maar één keer voorkomen en moeten gemakkelijk te vinden zijn. Maar ze moeten ook op een eenvoudige manier synchroon gehouden worden tussen verschillende systemen. John: ‘Deze weg is ingeslagen, maar nog niet volledig afgerond. Het komt helaas nog wel eens voor dat er flink gezocht moet worden naar het juiste product en/of de juiste achterliggende datasheets, manuals en certificaten. We willen vroegtijdig signaleren dat artikelen niet langer leverbaar zijn vanuit fabrikanten en leveranciers. Nu gebeurt het in de praktijk nog wel eens dat de afdeling inkoop signaleert dat een product niet leverbaar is, dit geeft in projecten handmatige wijzigingen. Dat is niet alleen frustrerend, maar ook foutgevoelig. Zodra ook dit proces door de R&D afdeling op een eenvoudige gestructureerde manier gemonitord wordt, werkt dat een stuk beter!’
.
Het belang van goede productdata wordt door steeds meer verschillende afdelingen onderschreven. Van Aarsen werkt hier actief aan. Een mooie toevoeging aan het artikelbeheer zijn 3D modellen (van bijvoorbeeld motoren) om in projecten effectief te kunnen modeleren. Wij zijn trots dat we met onze kennis, handvatten en inzichten een steentje kunnen bijdragen aan dit proces bij van Aarsen!